Zo zijn we in de klas gaan uitzoeken of onze bank, de kast, de deur, het klasbord,... groter is, kleiner is, of gelijk is aan 1 meter.
Wat kunnen ze dat al flink zeg!
Dus dan hebben we het nog wat moeilijker gemaakt.
Hoeveel meter lang is het voorwerp nu juist?
Zo weten ze nu dat :
* De kast : 1 keer 1 meter is, dus 1 meter.
* De deur van de klas: 2 keer 1 meter is, dus 2 meter.
* Het bord van de klas: 4 x 1 meter is , dus 4 meter.
